Woning na echtscheiding niet tot ‘sint-juttemis’ onverdeeld

Kan er na echtscheiding worden afgesproken dat de woning onverdeeld blijft? Geldt dat voor onbepaalde tijd? Welke wettelijke termijn is van belang?
Wat speelde hier recentelijk over bij de rechtbank? Wat is goed om te weten en om te doen?

Jan en Mien zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Als ze gaan scheiden, moet hun woonhuis worden verdeeld. Daarop zit nog een hypotheekschuld van € 675.000. Voor deze schuld zijn ze beiden hoofdelijk aansprakelijk. Dat betekent dat ook na echtscheiding de bank iedere (ex-)echtgenoot kan aanspreken voor de voldoening van de gehele schuld.

In het echtscheidingsconvenant staat dat Jan in de woning mag blijven wonen. Hij is verplicht om zich in te spannen dat Mien zo spoedig mogelijk door de bank uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid wordt ontslagen. Als dat is geregeld, zal de woning aan Jan worden toegedeeld waarbij ook de gehele hypotheekschuld op zijn naam wordt gezet.

Zes jaar na de echtscheiding is er nog steeds niets geregeld. Jan woont al die tijd in de gemeenschappelijke woning die voor de onverdeelde helft eigendom is van Mien.
Ook is ze nog steeds hoofdelijk aansprakelijk voor de hypotheekschuld. Jan is verplicht om de gehele schuld over te nemen, maar blijkbaar kan hij dat niet vanwege zijn financiële situatie.

Kennelijk was het zijn bedoeling dat hij voor onbepaalde tijd in de woning zou kunnen blijven wonen, zonder de verplichting om mee te werken aan verkoop aan een derde.
Jan heeft slechts één keer contact gehad met de bank. Hij kan geen  hypotheekberekeningen of offertes overleggen. Uit niets blijkt dat hij heeft voldaan aan zijn inspanningsverplichting.

Op basis van het echtscheidingsconvenant heeft Jan een inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting om Mien uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid te laten ontstaan. Een termijn is in het convenant niet genoemd. Jan stelt dat Mien de huidige situatie moet dulden zolang het ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid niet kan worden verkregen. Dat ligt niet aan hem, maar aan de bank.

Ooit zal de toedeling van de woning moeten worden geregeld. Uit het convenant blijkt niet dat de huidige situatie tientallen jaren mag voortduren. Iedere deelgenoot heeft het recht om verdeling van een gemeenschappelijk goed te vorderen (art. 3:178 lid 1 BW) . Deze bevoegdheid kan tot ten hoogste vijf jaar worden uitgesloten (art. 3:178 lid 5 BW) .

Het echtscheidingsconvenant is van zes jaar geleden. Dat is langer dan de termijn van vijf jaar die in de wet wordt genoemd. Mien heeft het volste recht om verdeling van de woning te vorderen, behalve als er inmiddels nieuwe afspraken zijn gemaakt. Dat blijkt nergens uit.

Niemand is verplicht om in een onverdeelde gemeenschap te blijven zitten. Door het tijdsverloop sinds het echtscheidingsconvenant en het gebrek aan inspanning bij Jan,
geeft de rechter hem zes weken de tijd om het ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid te regelen en de woning op zijn naam te zetten.

Lukt dat niet binnen deze termijn, dan is hij verplicht om mee te werken aan verkoop van de woning aan een derde (ECLI:NL:RBROT:2020:8246) .

Meer weten of hulp nodig? Neem gerust contact met ons op onder
T: 0031 85 0401120 of E: info@mnadviseurs.nl

* Wij streven ernaar om middels de nieuwsberichten op deze website correcte en actuele informatie te verschaffen, maar kunnen niet garanderen dat die informatie na verloop van tijd nog steeds juist, volledig en actueel is. Wij aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van handelen of nalaten op grond van de inhoud van de nieuwsberichten

 

Echtscheiding_FB_link.jpg

Schrijf u in voor onze digitale nieuwsbrief. 

Voor meer informatie verwijzen wij naar onze Privacy Statement
*  Website URL
Inschrijven

Deze website is gemaakt door  websignaal.png