Storting op gemeenschappelijke rekening

Wat als er door een echtgenoot een bedrag wordt gestort op een gemeenschappelijke rekening? Is er dan sprake van een schenking?
Waarom is dat niet het geval? Wat staat er in de wet? Wat is goed om te weten? Wat kunt u hiermee?

Jan en Greet hebben huwelijkse voorwaarden opgesteld met algehele uitsluiting van goederen. De enige uitzondering daarop is een in de voorwaarden genoemde bank- en effectenrekening. Deze rekening wordt als gemeenschappelijk vermogen aangemerkt.
Nog voor het huwelijk wordt door Jan daarop een bedrag van € 10 miljoen gestort.

Als Jan overlijdt, staat er op de gemeenschappelijke rekening ruim € 8 miljoen. Dan ontvangt Greet een navorderingsaanslag schenkbelasting van de Belastingdienst. De inspecteur stelt dat er bij het aangaan van het huwelijk een schenking heeft plaatsgevonden van € 5 miljoen. Daarover is door Greet nooit schenkbelasting voldaan.

Als de inspecteur een aanslag schenkbelasting oplegt, moet hij kunnen bewijzen dat er op het moment van storting van het bedrag op de bankrekening sprake is van een vermogensverschuiving van Jan naar Greet van een op dat moment bepaalbaar bedrag.
Voor een schenking of gift geldt als eis dat deze rechtshandeling ertoe strekt dat degene die deze handeling verricht (de schenker), een ander (de begiftigde) ten koste van zijn eigen vermogen verrijkt (art. 7:186 lid 2 BW) , maar dat is hier niet het geval.

Op het moment dat het bedrag van € 10 miljoen nog voor het huwelijk door Jan op de bankrekening is gestort, ontstond er alleen een vorderingsrecht van Jan op de bank ter grootte van het gestorte bedrag. Nadat ze zijn getrouwd, is de bankrekening door de
werking van de huwelijkse voorwaarden tot hun beperkt gemeenschappelijk vermogen gaan behoren. Vanaf dat moment hadden de beide echtgenoten een vordering op de bank ten aanzien van het gehele saldo van de bank- en effectenrekening.

Het bedrag van deze rekening staat echter niet vast. Het vorderingsrecht van de beide echtgenoten dat tot de beperkte gemeenschap behoort, zal in hoogte fluctueren. Zolang deze gemeenschap blijft bestaan, is niet bekend waar de beide echtgenoten recht op hebben.
Het is niet zo dat Greet ten tijde van het huwelijk zelfstandig kon beschikken over de helft van het toen aanwezige saldo. Ze kon daarop geen aanspraak maken alsof het een afgezonderd vermogensbestanddeel was.

Wat vindt de Hoge Raad:

De rechter oordeelt daarom dat zich bij het ontstaan van het gemeenschappelijk vermogen bij het aangaan van het huwelijk, geen vermogensverschuiving
heeft voorgedaan waarbij Greet zich ten laste van het vermogen van Jan heeft verrijkt met een bedrag gelijk aan de helft van het toen op de bankrekening staande saldo (ECLI:NL:HR:2021:708) . De navorderingsaanslag schenkbelasting is dan ook onterecht opgelegd. Greet hoeft geen schenkingsrecht te voldoen. De inspecteur moet € 1.602 aan proceskosten betalen!

Wat kunt u hiermee?
Trouwen kan schenk- en erfbelasting besparen wanneer er verschillen zijn in vermogen. De Hoge Raad heeft nu duidelijk gemaakt dat een (erg) beperkte gemeenschap, zoals een gemeenschappelijke bankrekening, hiervoor voldoende is.

Meer weten of hulp nodig? Neem gerust contact met ons op onder
T: 0031 85 0401120 of E: info@mnadviseurs.nl

* Wij streven ernaar om middels de nieuwsberichten op deze website correcte en actuele informatie te verschaffen, maar kunnen niet garanderen dat die informatie na verloop van tijd nog steeds juist, volledig en actueel is. Wij aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van handelen of nalaten op grond van de inhoud van de nieuwsberichten

 

Geld_FB_link.jpg

Schrijf u in voor onze digitale nieuwsbrief. 

Voor meer informatie verwijzen wij naar onze Privacy Statement
*  Website URL
Inschrijven

Deze website is gemaakt door  websignaal.png